Wanneer je in een oogopslag de schoonheid van Curaçao wilt zien dan is Willemstad de plek waar je alle kleuren van het eiland kunt bewonderen, alle geschiedenissporen direct zichtbaar zijn en waar de cultuur wordt weergegeven. Willemstad is de hoofdstad van Curaçao, het stadscentrum, het historische gedeelte van het eiland, de oude handelskade en het is UNESCO-werelderfgoed. Het vormt het kloppend hart van Curaçao! Willemstad Curaçao heeft een rijke geschiedenis en ik ga je er alles over vertellen.
De geschiedenis van Willemstad Curaçao
Nadat de Nederlanders onafhankelijk werden van de Spanjaarden gingen ze op zoek naar een vestigingsplaats in het Caribisch gebied. Het eiland Curaçao was destijds in bezit van de Spanjaarden, maar zij zagen weinig waarde in het eiland omdat er geen goud te vinden was.
In het jaar 1634 namen de Nederlanders het eiland over en zagen zij grote mogelijkheden in het gebied dat nu bekend is als Willemstad. De Sint Annabaai ligt tussen Punda en Otrobanda. Deze baai strekt zich helemaal uit naar het midden van het eiland en verbindt de Caribische Zee met een diep natuurlijk binnenwater (dok), het Schottegat genaamd. Vanwege de natuurlijke haven en de gunstige ligging van het eiland in de Caribische Zee besloot de Nederlandse West-Indische Compagnie om handelsactiviteiten op Curaçao te starten.
Het eerste gebouw dat werd gebouwd in Willemstad was het Fort Amsterdam in Punda, aan de voet van de Koningin Emmabrug. Tegenwoordig is het Fort Amsterdam de thuisbasis van de Gouverneur van Curaçao (‘huis van de gouverneur’) en zijn er diverse overheidskantoren gevestigd. Het bouwen van dit eerste gebouw in Punda was het begin van de ontwikkeling van Willemstad.
Willemstad als een Handels Epicentrum
Handel, scheepvaart en slavenhandel werden een belangrijke inkomstenbron voor Curaçao. De Nederlanders vestigden een paar plantages op het eiland, maar het was de zoutwinning en de export van zout dat de eigenlijke motor was van de handel op het eiland.
De Handelskade in Punda, Willemstad, werd gebruikt als overslagpunt om goederen en slaven te laden en lossen. De gebouwen op de kade waren Nederlandse stijl pakhuizen waar alle goederen in opgeslagen konden worden.
De Nederlandse West-Indische Compagnie begon winstgevend te worden. De slavenhandel vormde een ‘booming business’ en de haven van Curaçao werd een belangrijke speler in de handelssector. Slaven werden vanuit Afrika naar Curaçao gebracht om vervolgens in de haven in Willemstad verkocht te worden aan andere landen op het Amerikaanse continent. Curaçao vormde het epicentrum van de handel.